Dutch-German translations for zich aanpassen

• abhärten
• anpassen
  Alle müssen sich anpassen, alle werden sich bemühen müssen. Iedereen moet zich aanpassen, iedereen zal zich moeten inspannen.
  Die Landwirtschaft muss sich den Regeln des Marktes anpassen und sich dem Wettbewerb stellen. De landbouwsector moet zich aanpassen aan de markt, zodat hij aan concurrentie wordt blootgesteld.
• dienern
• katzbuckeln
• Kotau der
• kriechen
• kuschen
• sich ändern
• sich verändern
  Nicht nur die Beitrittskandidaten müssen sich verändern. In erster Linie muss die Union selbst ihre Hausaufgaben machen. Niet alleen de kandidaat-lidstaten moeten zich aanpassen. Op de eerste plaats moet de Unie zelf haar huiswerk maken.
• sich wandeln
• zu Kreuze kriechen

Related words

• zich aanstellen
• zich aankleden
• zich aanbieden
• zich aangetrokken voelen tot iemand
• de hand aan zichzelf slaan
• geheel op zichzelf staand
• zich blootstellen aan
• zich storen aan
• zich houden aan